Het Green Deal Validatie Programma test nieuwe maritieme technologieën
Het Green Deal Validatie Programma test de claims van bedrijven op het gebied van duurzaamheid. Is een nieuwe technologie echt zo schoon als gezegd wordt? Om dit voor elkaar te krijgen is er een stuurgroep. Hierin zitten het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (opdrachtgever), NMT-IRO, KVNR en de onderzoeksinstellingen TNO en Marin. Die laatste twee voeren de validaties uit. NMT-IRO kun je zien als een tussenpersoon die, onder andere, op zoek gaat naar de bedrijven die mee kunnen doen.
Oorspronkelijk werd het programma van de Nederlandse Green Deal Validatieregeling vastgelegd voor een periode van vijf jaar. Die oorspronkelijke vijf jaar zijn inmiddels voorbij. Toch loopt het programma op dit moment, mei 2025, nog steeds. We gingen in gesprek met Ann Delahaye van TNO om erachter te komen hoe de validaties in zijn werk gaan en waarom het nodig was deze regeling door te zetten.
Het validatieproces
Iedere validatie begint met een kennismakingsgesprek. Ann: “In dat gesprek legt de ontwikkelaar zijn technologie uit. Er zit dan ook een expert van TNO of van Marin bij. Die kan dan direct kritische vragen stellen.” Daarna gaan de onderzoeksinstellingen aan de slag. Hoe kan deze technologie gevalideerd worden? Hier zijn verschillende methodes voor. “Het valideren kan in het lab gebeuren, maar we gaan soms ook naar het schip om daar de metingen te doen,” legt Ann uit.
Dat plan gaat vervolgens naar de adviescommissie. Dit is een groep externen met heel veel ervaring over het specifieke onderwerp. “De adviescommissie gaf het bijvoorbeeld aan als we dingen vergeten waren.” Dat is een heel belangrijke stap, aldus Ann. “We zijn met belastinggeld bezig, dus het is belangrijk dat we op een degelijke manier gecontroleerd en eventueel bijgestuurd worden.” Na het akkoord van de adviescommissie gaan TNO of Marin echt aan de slag. Welke van de twee onderzoeksinstellingen een bepaalde validatie oppakt, wordt per keer bekeken.
De rapporten
Als de validatie afgerond is, levert de onderzoeksinstelling een publiek rapport op. Afhankelijk van de validatie is het ook mogelijk dat er testrapporten gemaakt worden. Ann: “Het publieke rapport wordt gepubliceerd en is voor iedereen toegankelijk. Hierin staan de bevindingen waar de sector mee verder kan. Het testrapport is voor de eigenaar van de technologie. Dit testrapport is een stuk uitgebreider en bevat ook gedetailleerde testresultaten. Omdat dit rapport ook vertrouwelijke data kan bevatten, wordt deze niet altijd openbaar gemaakt.”
TNO en Marin kijken niet enkel naar de claim die gedaan wordt door het bedrijf. Ze kijken ook naar de toekomst van een technologie en het kostenplaatje. Is dit voor andere bedrijven ook rendabel? Wat is de impact van deze ontwikkeling op andere operaties?
Uitdagingen
“We hebben in het begin veel moeite gehad met de juiste mensen op de juiste manier bereiken. Om mee te kunnen doen aan zo’n regeling, moet je als bedrijf achter de openbaarheid staan. Dit bleek een drempel. Dat is zonde, want uiteraard gaan we voorzichtig en vertrouwelijk met de gegevens om.”
Ann reflecteert op de start van het project. “We hadden verwacht dat er een stormloop zou zijn, dus we hadden de toelatingseisen heel streng gemaakt. We zijn daardoor met bepaalde bedrijven niet in zee gegaan waar we dat achteraf gezien misschien wel mee hadden kunnen doen.”
Dat deze stormloop in het begin uitbleef, zorgde ervoor dat Ann en haar team op een andere manier te werk moesten gaan. “We zijn toen proactiever na gaan denken over de vraagstukken die we verwachtten en hoorden. En hierbij hebben we – met behulp van partners zoals NMT-IRO – dan bedrijven bij gezocht.”
De toekomst
“Ik hoop dat er een vervolg komt op deze regeling,” vertelt Ann. “Daar zijn we ook over in gesprek. We zijn ervan overtuigd dat er nog heel veel gedaan kan worden. Vorig jaar hebben we bijvoorbeeld gewerkt aan een roadmap, samen met het RVO. Hierin staan de aandachtspunten die uit dit proces gekomen zijn. Dat zou een goede volgende stap kunnen zijn. Of dit ook gaat gebeuren, weten we nog niet.”
Wil je de verschillende rapporten bekijken? Lees dan verder op deze pagina.