Nederland: de totaalaanbieder voor CCS
“Nederland heeft alle kennis en vaardigheden in huis die nodig zijn om Carbon Capture and Storage tot een succes te maken”, het is een sterk statement van Jörg Gigler, directeur bij TKI Nieuw Gas, onderdeel van Topsector Energie.
In de volgende uitgave van Maritiem! legt Jörg uit wat de rol van CCS is in de energietransitie en wat de mogelijkheden zijn. In dit interview vertelt hij waar de kansen voor Nederland liggen binnen deze sector.
Jörg legt zijn eerste statement uit: “TNO heeft bijvoorbeeld een heel sterke groep op dit onderwerp. Daar zit veel kennis over het afvangproces, het transport en vooral de ondergrondse opslag. TNO weet hoe CO2 zich onder de grond gedraagt. Ook hebben we de opslagmogelijkheden op de Noordzee om het daadwerkelijk op te kunnen slaan.” Jörg gaat verder: “Er zijn veel verschillende bedrijven hier die veel weten over pijpleidingstructuren en we bouwen schepen waarmee afgevangen CO2 kan worden getransporteerd naar opslaglocaties. En er zijn allerlei grote en kleine bedrijven die de technologie hebben om afvanginstallaties voor CO2 uit rookgassen te maken en verder te ontwikkelen. Ook zijn er partijen bezig met CCU (Carbon Capture and Utilisation). Dat is het gebruik van de opgevangen CO2 als grondstof, bijvoorbeeld voor het maken van kerosine of gebruik in de chemische industrie.”
Om al deze partijen bij elkaar te brengen en zich sterk naar buiten te kunnen positioneren zijn het kennisprogramma CATO dat onder leiding staat van TNO en TKI Nieuw Gas een business en innovatie community gestart. “We hebben als land op dit onderwerp zo veel te bieden. Wij vinden dat we ons daarmee als Nederland, als geheel, kunnen profileren. Zodoende zetten we innovatie om in verdienvermogen van de BV Nederland.” Om dit voor elkaar te krijgen is steun van de markt zelf nodig. En die was er direct. “We zijn met een stuk of twintig partijen rond de tafel gaan zitten. Daar hebben we dit voorgesteld. Iedereen vond het een goed idee.”
Daarop zijn TKI en CATO aan de slag gegaan. “We hebben het initiatief genomen om een gezamenlijke propositie voor die sector te maken. Deze hebben we een week geleden getoetst en we zijn het nu verder aan het uitwerken. Hoe kunnen we in een paar zinnen zeggen waar wij, als CCS Community Nederland, voor staan? Dit zijn wij en hiervoor kun je bij ons terecht.” In oktober is het eerste concrete resultaat te zien. “Dan is er een grote beurs in Hamburg. Twee eigenlijk. Er is zowel een waterstofbeurs als een CCS-beurs. Op beide beurzen staan we met een Nederlands paviljoen om ons te presenteren naar de buitenwereld. Sommige bedrijven uit de business community gaan mee. Enerzijds om eens te kijken hoe het nou werkt en anderzijds om al direct aan buitenlandse partijen te laten zien dat wij, als Nederland, het hele plaatje aan kunnen bieden.”
De rol van TKI Nieuw Gas is hierin tijdelijk, benadrukt Jörg. “Wij maken nu de start. Maar we willen kijken of het een natuurlijke organisatie wordt. Als TKI houden we ons bezig met het faciliteren van innovatie en het initiëren van zogenaamde “ecosystemen”. Als het begin eenmaal gemaakt is, is het de bedoeling dat het zonder ons kan bestaan.”
“Het klinkt een beetje idealistisch, maar dit is zo’n mooie kans om de wereld te helpen CO2 te reduceren. En tegelijk te laten zien hoe innoverend Nederland is en hoe we de kennis en innovatiekracht als verdienvermogen in kunnen zetten. De samenwerking tussen grote bedrijven en startups versterkt beide kanten hierin: de grote bedrijven hebben de financiële mogelijkheden en de marktkennis, terwijl de startups die nieuwe kennis en innovaties hebben.”
Naast het faciliteren ziet Jörg het als de taak van hem en zijn team om hier ook zo goed mogelijk naar de buitenwereld over te communiceren. “Sluit je aan! We vragen geen deelnamekosten of iets dergelijks. En er zijn zoveel mooie kansen die zich voordoen als we samen naar buiten treden.”
Het uiteindelijke doel? “We willen Noordwest-Europa weer een stap verder helpen in de energietransitie en het voor bedrijven aantrekkelijker maken. Niet alleen de bedrijven die de producten en diensten leveren, maar ook de bedrijven die CCS nodig hebben.”