Subsidie voor Robotwerf voor kunststof schepen van Padmos
Vorige week zijn de subsidies van het Maritiem Innovatie Programma toegekend. Eén van de bedrijven die subsidie gekregen heeft, is Padmos. Het project dat zij ingediend hebben is Robotwerf voor kunststof schepen. Wij spraken met het bedrijf uit Stellendam over dit project.
“Twee jaar geleden hebben we de eerste E-Pusher gebouwd. Daar zat een romp onder van kunststof. De fabricage daarvan zou middels rotomoulding gebeuren maar dat kwam niet erg van de grond. Daarop hebben we besloten het zelf te gaan doen. Dus eigenlijk was dat plan B.”
Dat plan B werkte heel goed. Inmiddels zitten in vier nieuwe boten de kunststof rompen. “We zijn op gaan schalen, zelf gaan snijden en snijpakketten maken. Dat werd vervolgens, in eerste instantie, met de hand in elkaar gezet. Inmiddels hebben we een robot op een rails van 16 meter. Dat betekent dat we schepen tot dat formaat met de robot kunnen lassen.”
Verduurzaming en Human Capital
Padmos gebruikt de subsidie om dit project nog verder te kunnen uitbreiden en verduurzamen. “Er zit nu nog veel handwerk in. We willen het aan alle kanten automatiseren en digitaliseren.”
Maar hoe werkt zo’n subsidieproces? “Nadat de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie werd gepresenteerd zijn beide gezanten (Marja van Bijsterveldt en Kees van der Staaij) langs geweest. We hebben laten zien wat we doen en allebei tipten ze Werf van de Toekomst. En deze subsidieregeling. Want wat wij hier doen past daar natuurlijk perfect in.”
Padmos diende hun aanvraag een half jaar geleden in en een paar dagen terug werden ze gebeld met het nieuws van de toekenning. “Naast de ontwikkeling voor het project is dit op andere gebieden ook heel mooi. Bijvoorbeeld voor Human Capital. We merken dat het prettig materiaal is om mee te werken, het maakt minder herrie, levert minder stof op. En het is perfect recyclebaar. De CO2-afdruk van het eindproduct is een stuk lager.”
Er zitten dus een hoop voordelen aan dit product. “We hebbend de afgelopen twee jaar best behoorlijk moeten pionieren. Dus de erkenning en mogelijkheden die we nu hebben zijn heel fijn.”
